Laatste Bijeenkomst van de Oecumenische Vrouwengroep Twente – Bethlehem

Het was een bijzondere bijeenkomst met een lach en een traan: we vierden het 3e lustrum van de OVTB en tegelijk was het een opheffingsbijeenkomst. Ondanks de coronatijd konden we toch met 23 mensen bij elkaar komen. Mensen vanuit het land, mensen van het eerste uur en belangstellenden.
Onze eregast was “onze ambassadeur uit Bethlehem”, Toine van Teeffelen. Werkzaam bij het AEI en betrokken bij het Soemoedhuis en op de hoogte van de vrouwengroepen en het Soemoedkoor. Juist met hen hebben we een nauwe band en we zijn Rania Murat dankbaar dat zij deze groepen onder haar hoede heeft! “Laatste Bijeenkomst van de Oecumenische Vrouwengroep Twente – Bethlehem” verder lezen

Thema-avond over de Masterscriptie “De tijd dringt. Kairos Palestina: een uitdaging tot vrede”

Ruim 30 mensen zijn ingegaan op de uitnodiging, komend vanuit de diverse organisaties.

Opening

Margreet Stroo, voorzitter van de OVTB, heet allen welkom, in het bijzonder Ds Carla Borgers — Doopsgezind
predikant uit Delden — die vanavond het thema zal inleiden.
Het thema Vrede — Trauma — Religie ligt ten grondslag aan Carla’s masterstudie aan de VU.
Er zijn trauma’s aan Israëlische en Palestijnse kant. Het Kairos Palestina Document heeft ten doel beide
groepen bijeen te brengen en met elkaar te verzoenen. Margreet leest daarom het gedicht Grenzen
“De grens is gelijk voor jou en mij. Hoe kunnen we elkaar vinden? We zoeken naar een pad dat eindigt waar
vergeving begint.”
“Thema-avond over de Masterscriptie “De tijd dringt. Kairos Palestina: een uitdaging tot vrede”” verder lezen

Beelden van het andere Israël

Op donderdagavond 21 maart 2019 vond in de Ontmoetingskerk in Enschede een vrij unieke bijeenkomst plaats. Ondanks de uiteenlopende opvattingen over de situatie in Israël en Palestina en hoe daarmee om te gaan, organiseerden de classicale werkgroep Kerk & Israël, de stichting Oecumenische Vrouwengroep Twente-Bethlehem en de Palestina Werkgroep Enschede samen een informatiebijeenkomst over het Steuncomité Israëlische Vredes- en MensenrechtenOrganisaties (SIVMO). Ze konden elkaar vinden in de “steun voor het andere Israël”, zoals Jaap van der Vinne zijn inleiding had gedoopt.

Zoals ook al tijdens een eerdere bijeenkomst van de classicale werkgroep Kerk & Israël in ditzelfde kerkgebouw was gebleken, hebben veel mensen die aanvankelijk voluit achter de stichting van de staat Israël stonden en daar veel van verwachtten, in de loop van de tijd steeds meer twijfels gekregen. In ieder geval over het beleid van de achtereenvolgende regeringen ten aanzien van de kolonisten en de Palestijnen. Een beleid dat nooit helemaal los gezien kan worden van de houding van (de meerderheid van) de Israëlische bevolking. “Dit is niet het Israël dat mij destijds voor ogen stond,” zo verklaarde een oudere heer tijdens de bijeenkomst van vanavond die destijds drie maandsalarissen had overgemaakt op een steunfonds voor de opbouw van de staat Israël.

Dat het niet het Israël is geworden dat hen voor ogen stond geldt ook voor veel joden in Nederland, maar ook in Israël of elders in de wereld, zo maakte Jaap van der Vinne duidelijk. En één van hen, Anneke Mouthaan, nam in 1991 het initiatief tot de oprichting van het Steuncomité Israëlische Vredes- en MensenrechtenOrganisaties (SIVMO) dat het “andere Israël” wilde versterken. Steun wilde geven aan de vele organisaties en initiatieven in Israël zelf die zich tegen de Israëlische bezettingspolitiek richten en een brug proberen te slaan naar de Palestijnse bevolking in Israël zelf en in de bezette gebieden.

SIVMO steunt ‘het andere joodse geluid’ in Israël zelf; de stichting Een Ander Joods Geluid (EAJG), in 2001 eveneens op initiatief van Anneke Mouthaan tot stand gekomen, verwoordt het andere joodse geluid in Nederland. Beide organisaties, SIVMO en EAJG, delen met elkaar de initiatiefneemster en de achtergrond dat ze in de eerste plaats vanuit de joodse gemeenschap in Nederland zijn opgericht, maar staan verder volstrekt los van elkaar. Ze hebben elk een eigen bestuur, een eigen doelstelling en geen enkele formele band met elkaar, zo benadrukt Jaap van der Vinne.

De voorzitter van SIVMO is nog steeds een jodin, onder de andere bestuursleden komen ook andere achtergronden voor. Zelf is Jaap van der Vinne van 2013 tot 2015 penningmeester van SIVMO geweest. Hij heeft 40 jaar in het bankwezen gewerkt en was bepaald geen actievoerder. Hij kwam vooral als financiële man bij SIVMO binnen en maakte delen van de binnenkomende donaties (ongeveer € 100.000 per jaar) over naar de 10 tot 15 door SIVMO gesteunde Israëlische vredes- en mensenrechtenorganisaties. Gaandeweg is hij zich meer gaan verdiepen in wat deze organisaties met dat geld doen en om het met eigen ogen te aanschouwen is hij in 2015 en daarna nog een keer in 2016 in Israël en Palestina geweest.

Dankzij die bezoeken en de nadere kennismaking met de door SIVMO gesteunde projecten kan hij, bijvoorbeeld vanavond, ook een bijdrage leveren aan de tweede doelstelling van SIVMO naast de financiële ondersteun van groepen daar, namelijk het vergroten van de bekendheid onder de Nederlandse bevolking van die groepen daar en van hun activiteiten. De derde doelstelling, waaraan Jaap van der Vinne inmiddels ook een bijdrage levert, is het leggen van contacten tussen de organisaties daar in Israël en organisaties, beleidsmakers en media hier in Nederland.

De presentatie vanavond staat vooral in het kader van die tweede doelstelling en daartoe loopt Jaap van der Vinne een tiental door SIVMO gesteunde organisaties af. De hieronderstaande omschrijvingen zijn van zijn powerpoint-presentatie overgenomen:

  1. ActiveStills is een collectief van jonge Israëlische en internationale fotografen dat zich voor sociale verandering inzet. De fotografen zijn elke dag op pad om de strijd tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden en tegen sociaal onrecht te documenteren.
  2. B’Tselem zorgt ervoor dat schendingen van mensenrechten in de bezette Palestijnse gebieden openbaar worden en aan de kaak worden gesteld. De rapportages van B’tselem zijn gezaghebbend en leggen binnen en buiten Israël veel gewicht in de schaal.
  3. Breaking the Silence. Jonge soldaten en officieren vervullen in bezet gebied hun militaire dienst. Achteraf zijn zij vaak geschokt over hun eigen gedrag jegens Palestijnse burgers. Een aantal van hen heeft een boekje opengedaan en verzamelt sindsdien getuigenissen van andere soldaten.
  4. Combatants for Peace. Dit is een groep van vroegere vijanden. Het zijn voormalige Israëlische soldaten en Palestijnse strijders die de wapens hebben neergelegd. Sinds 2006 vormen ze een beweging die zich inzet voor geweldloze beëindiging van het conflict.
  5. Hamoked geeft rechtshulp aan Palestijnen van wie de burgerrechten worden geschonden als gevolg van de Israëlische bezetting. Hamoked behandelt duizenden klachten per jaar en boekt in individuele gevallen vaak succes.
  6. De vrouwen van Machsom Watch staan dagelijks bij militaire controleposten in bezet Palestijns gebied. Ze houden het optreden van Israëlische soldaten in de gaten en rapporteren over misdragingen.
  7. Parents Circle. Honderden Palestijnen en Israëli’s die een naast familielid hebben verloren door wederzijds geweld, hebben zich georganiseerd. Ze vormen het levende bewijs dat verzoening mogelijk is. Ze steunen elkaar, geven les, houden conferenties en maken films en brochures.
  8. PCATI (Public Committee Against Torture in Israel) voert campagne tegen marteling en mishandeling bij de ondervraging van gevangenen. De organisatie doet onderzoek, publiceert rapporten, dient klachten in, geeft juridische bijstand en brengt discussie op gang.
  9. Peace Now is Israëls grootste en bekendste vredesbeweging. Peace Now streeft naar het opheffen van de bezetting en het tot stand brengen van een tweestaten-oplossing. De organisatie monitort de voortgaande uitbreiding van Israëlische nederzettingen en protesteert daartegen en doet veel aan educatie onder Israëlische jongeren.
  10. De organisatie Rabbis for Human Rights treedt op als de religieuze stem van het geweten in Israël. RHR is een grote, actieve organisatie die zich op vele manieren inzet voor sociale rechtvaardigheid en de rechten van Palestijnen. Ze heeft een uitgebreid educatieprogramma over mensenrechten voor leraren, scholieren en studenten, organiseert speciale mensenrechtenseminars voor aankomende soldaten en dialoogbijeenkomsten tussen druzen, christenen, moslims en joden, komt op voor gelijke rechten van de Arabische bevolking en de bedoeïenen in Israël, doet mee aan acties tegen het afbreken van huizen van Palestijnen, onteigening van grond en de afscheidingsmuur en voert acties om Palestijnse boeren toegang tot hun land te geven, helpt bij oogst en bij de verkoop van olijfolie. Meer dan honderd rabbijnen en rabbijnen in opleiding zijn aangesloten bij deze organisatie die sinds 1988 bestaat.

Aan de hand van fotobeelden die door de eerstgenoemde organisatie, ActiveStills, zijn gemaakt benoemt Jaap van der Vinne een aantal misstanden waar de verschillende door SIVMO gesteunde Israëlische vredes- en mensenrechtenorganisaties tegen in het geweer komen om de aanwezigen tot slot op te roepen om (via SIVMO) het andere Israël te steunen dat een einde wil maken aan de bezettingen een levensvatbare Palestijnse staat naast Israël ziet als een oplossing van het conflict.

Een en ander vormt onder het uit de achterbannen van de drie organisaties achter deze bijeenkomst afkomstige en dus breed samengestelde, bijna 30-koppige publiek, aanleiding tot uiteenlopende vragen en opmerkingen. Zo vertelt één van de aanwezigen die al 35 jaar lang 4 à 5 keer per jaar in Israël komt, er altijd weer van onder de indruk te zijn dat ‘gewone’ joden en Arabieren in Israël het over het algemeen heel goed met elkaar kunnen vinden. De kolonisten en andere fanatici vormen slechts een minderheid binnen de Israëlische bevolking, zo betoogt zij, en in plaats van ons steeds te richten op al het negatieve dat er ook in Israël is zouden we ook wat meer waardering mogen hebben voor de Israëlische high tech sector waar we allemaal van profiteren.

Daar brengt iemand anders tegenin dat – zeker na de aanvaarding van de Joodse Natie Wet vorig jaar – er een grote rechtsongelijkheid tussen joodse en niet-joodse inwoners van Israël is. Om nog maar te zwijgen van de inwoners van Palestina. Er worden wel vergelijkingen getrokken met het vroegere Apartheidssysteem in Zuid-Afrika. Hoe ziet de in Zuid-Afrika geboren Jaap van der Vinne dat? Deze verklaart de term ‘Apartheidsstaat’ in Israël natuurlijk erg omstreden is en vooral een belangrijk rol speelt in de politieke discussie, maar dat met name het pasjessysteem waarmee de Palestijnen in de bezette gebieden worden geconfronteerd bij hem zelf wel degelijke feitelijke herinneringen aan het systeem in Zuid-Afrika bovenbrengt.

Dat geldt ook voor de levensvatbaarheid van wat inmiddels over is van een Palestijnse staat. Het gebied is inmiddels zo verbrokkeld dat het economisch nooit levensvatbaar zal zijn. In die zin is datgene dat nu de Palestijnse staat zou moeten vormen volstrekt vergelijkbaar met de Zuid-Afrikaanse thuislanden, de Bantoestans. Daarop doorgevraagd verklaart Jaap van der Vinne dat het idee van een Tweestatenoplossing volstrekt irreëel is. Hij wijst op de Israëlische vredesactivist Jeff Halper die een lobby-organisatie is begonnen voor een One-State nation, maar dan met gelijke rechten voor iedereen in die staat. Ook de rechtse krachten in Israël bepleiten namelijk een One-State, maar dan met een blijvende joodse dominantie, ook al zou de joodse bevolking in de minderheid zijn in die ene staat.

Welke methodieken worden door de Israëlische vredes- en mensenrechten-organisaties gebruikt om het bestaande wij-zij-denken te doorbreken en om tot een ‘samen’ te komen, zo wordt gevraagd. Jaap van der Vinne legt uit dat de verschillende organisaties verschillende methodes hebben. Er zijn groepen die lotgenoten aan weerszijden van de grens opzoeken. Er zijn groepen die leed van de andere (de Palestijnen) zichtbaar willen maken aan een bevolking die voor een belangrijk deel vooral en uitsluitend haar eigen leed wil zien. En er zijn groepen die zij-aan-zij willen staan met de Palestijnen en hen in woord en daad ondersteunen bij hun protest.

Er is dus geen koepel die al deze geweldloze groeperingen bij elkaar kan brengen zodat ze samen een vuist zouden kunnen maken, krijgt iemand als antwoord op zijn vraag. Net als in Nederland heeft elke organisatie haar eigen doelstelling en opvatting. Ook SIVMO heeft binnen de bredere Israël- en/of Palestina-beweging een eigen signatuur en laat zich niet gemakkelijk met andere organisaties in één koepel samenbrengen. Overigens werkt SIVMO wel samen met soortgelijke Amerikaanse organisaties als de Jewish Voice for Peace en de New Israel Fund.

De oudere heer in het publiek die we aan het begin van dit verslag al lieten betogen dat dit Israël niet het Israël is waar hij destijds drie maandsalarissen voor had overgemaakt, krijgt ook het laatste woord. Hij is dus ernstig teleurgesteld in wat er van Israël terecht is gekomen en stelde “ik kan ze wel schieten”. “Maar”, zo betoogde hij vanavond, “ik ben enigszins bekeerd, want kennelijk bestaat er naast het Israël waar ik een hekel aan heb gekregen ook nog een andere Israël dat de hoop en de verwachtingen van toen nog levend houdt. En dat vind ik fijn om te horen. Misschien komt het dan toch nog goed.”

Jan Schaake
22 maart 2019

Verhalen van moed, hoop en volharding

Voor en goedgevulde zaal in de Openbare Bibliotheek deden Wil van de Meeberg en enkele andere deelnemers op maandagavond 12 november 2018 verslag van de studiereis die zij vorige maand hadden gemaakt “achter het nieuws en voorbij de muren”. Deze tiendaagse reis waarbij achtereenvolgens eerst vijf dagen met verschillende mensen en organisaties aan de Palestijnse kant van de muur werd gesproken en daarna vijf dagen aan de Israëlische kant was georganiseerd door de Oecumenische Vrouwengroep Twente-Bethlehem (OVTB); de bijeenkomst in de Bibliotheek door de Palestina Werkgroep Enschede.

Naar eigen zeggen waren de deelnemers van deze ontmoetingen teruggekomen met verhalen van moed, hoop en volharding. In politiek opzicht, zo bleek later ook in de vragenronde, zit de zaak muurvast. Een tweestatenoplossing, zoals door de internationale gemeenschap altijd nog bepleit, lijkt al lang en breed een gepasseerd station te zijn. Maar wat is dan het alternatief? Met de afgelopen mei aangenomen Basic Law maakt de Israëlische regering duidelijk dat wat haar betreft geen ruimte (meer) is voor niet-joodse burgers in Israël, hoewel die op dit moment nog zo’n 15 tot 20% van de bevolking van Israël binnen de grenzen van 1967 uitmaken.

Tegelijkertijd vormen de Palestijnse gebieden, die de Palestijnse Staat zouden moeten samenstellen, in geen enkel opzicht een eenheid en economisch wordt dit land volkomen afhankelijk gehouden van Israël èn van buitenlandse hulp. De eerstgenoemde afhankelijkheid leidt tot een ogenschijnlijk dubbelslachtige houding waar ‘het buitenland’ wordt opgeroepen de Israëlische economie te treffen door boycot, desinvesteringen en sancties waaraan de Palestijnen zich zelf echter niet kunnen houden. De als tweede genoemd leidt tot corruptie bij een politieke elite die de buitenlandse hulp moet verdelen en daardoor weinig belang heeft de status quo te veranderen.

Het reisgezelschap sprak echter niet met de politieke elite maar met de bevolking aan beide kanten van de Muur. Een Muur die desastreuze gevolgen heeft voor Palestijnen die niet meer in staat zijn om bij hun landerijen te komen of bij hun werk ‘achter die Muur’, die immers op Palestijnse grondgebied staat en enorme stukken Palestijns gebied feitelijk annexeert. En de Muur ontneemt Israëliërs het zicht op wat zich aan die andere kant ervan afspeelt; op de gevolgen van het beleid dat hun regering namens hen uitvoert. Wie in Israël woont of verblijft, zo merkte het reisgezelschap, kan volstrekt onkundig blijven van het bestaan van de Muur en de situatie aan de andere kant.

Palestijnse organisaties zijn voor hun werk en voortbestaan afhankelijk van de morele, politieke en financiële steun die ze uit het buitenland krijgen, kreeg het reisgenootschap te horen. Zo heeft de familie Nasser haar door vijf Israëlische nederzettingen omsloten landerijen vlakbij Bethlehem nog in bezit dankzij voortdurende aanwezigheid van “internationals” in de Tent of Nations. Zo dreigt de partnerorganisatie van de OVTB, het Sumud vrouwenhuis van het Arab Educational Institute in Bethlehem, de deuren te moeten sluiten omdat Kerk in Actie haar financiële ondersteuning heeft stopgezet. Zo nodigen ze ons allen uit: ‘Kom, zie het met eigen ogen en vertel het aan anderen!’

Dat is de “volharding” (sumud) die het reisgezelschap bij de “pareltjes van hoop” aan de Palestijnse zijde aantrof. Aan de Israëlische zijde worden deze “pareltjes van hoop” vooral geboden door mensen en organisaties die de “moed” tonen de eigen regering aan te klagen. Voorop rabbijn Arik Asscherman die de Israëlische regering in woord en daad voorhoudt dat als zij “joods” wil zijn, zij ook de geboden uit de Thora over het omgaan met de ‘vreemde-lingen in uw steden’ moet onderhouden, en daarvoor meermalen is gearresteerd. Maar ook Mossawa, het mensen-rechtencentrum in Haifa, en Jonathan Cook, rondleider in Nazareth, de grootste Palestijnse stad ìn Israël.

Andere “pareltjes van hoop” zijn de verschillende dialooggroepen tussen Joodse en Palestijnse Israëli’s. Dialoog-groepen die in zekere zin ook een aanklacht vormen en van moed getuigen tegen het beleid en tegen de heersende opvattingen van vijandschap. Dat laatste vanuit dezelfde opvatting als de bekende tekst op de steen bij de ingang van de Tent of Nations: ‘we refuse to be enemies’. Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld is de Parents’ Circle van Joodse en Palestijnse ouders die door geweld van de andere kant een kind zijn verloren, samen hun woede en verdriet daarover delen en ook samen eraan willen werken dat hun groep niet groter wordt.

Andere voorbeelden zijn Sadaka Reut (partnerschap voor Palestijnse en Joodse jongeren in Tel Aviv), het centrum Lohamei Hageto’ot, het woonhuis van Daria Landau (bekend van het boek De Citroen Boom), Ness Ammim (een Duits-Nederlandse christelijke kibboets in Galilea) en A Cat (een cultureel centrum in het nabijgelegen Akko). Ondanks de moed en de hoop die je in deze dialoogprojecten kunt zien, bleek dat deelnemers aan die dialoog er in de eigen familie- of vriendenkring niet over kunnen of durven spreken en dat het vaak vanuit het buitenland genomen en/of gesteunde initiatieven zijn.

Toch, zo was ook de conclusie in de zaal, maken dit soort dialoogprojecten duidelijk dat het op zichzelf wel mogelijk is dat ‘gewone’ Israëli’s en Palestijnen als buren vreedzaam kunnen samenleven en dat er dus helemaal geen draconische veiligheidsmaatregelen nodig zijn om de groepen uit elkaar te houden, zoals sommigen ons proberen voor te houden. En hoewel we dan, net als het reisgenootschap, op dit moment geen enkele verandering ten goede zien en eigenlijk alleen maar somberder kunnen worden, getuigen deze kleine lichtpuntjes er inderdaad van dat het ooit – en misschien wel onverwacht snel – goed kan komen. Net als Zuid-Afrika; net als Noord-Ierland.

Kees Blok, de voorzitter van Kairos-Sabeel Nederland, die ook in de zaal zit, benadrukt nog een andere les die we van deze dialoogprojecten kunnen leren, en wel in eigen land, juist ook als het om de kwestie Israël-Palestina gaat. Die discussie, zo stelt hij mede op basis van persoonlijke ervaringen, is namelijk volstrekt gepolariseerd en aan weerskanten zijn we o zo snel geneigd om elkaar meteen als “zionist” of “antisemiet” te brandmerken. Laten we meer naar elkaar luisteren en, zoals ook het reisgezelschap deed, daarbij OMA thuis te laten en LSD mee te nemen, waarbij OMA staat voor “Oordelen, Mening geven, Adviseren” en LSD voor “Luisteren, Samenvatten, Doorvragen”.

Jan Schaake
13 nov. 2018

Impressie van een debatavond: Een Ander Joods Geluid over Israël, Palestina en antisemitisme

Op donderdagavond 19 april 2018 organiseerde de Palestina Werkgroep Enschede in de Openbare Bibliotheek aan de Pijpenstraat een debatavond met Jaap Hamburger, voorzitter, en Daphne Meijer, stafmedewerkster van de stichting “Een Ander Joods Geluid”. Deze stichting is opgericht in 2001 om, zoals de naam al aangeeft, ook eens het geluid te laten horen van “andere joden”, dat wil zeggen: joden die zich niet herkennen in de politiek van de Israëlische regering, met name als het om de Palestijnen gaat, maar van wie de Israëlische regering wel altijd claimt de spreekbuis en pleitbezorger te zijn. De Israëlische regering claimt – ten onrechte – namens alle joden wereldwijd te spreken en hun belangen te behartigen.

Daar wilden, om te beginnen in Nederland, diverse joden een geluid tegen te laten horen. En allengs kwamen meer zulke organisaties. In Nederland bestaat naast Een Ander Joods Geluid ook de organisatie Gate48, bestaande uit in Nederland woonachtige Israëli’s die het niet de Israëlische bezettingspolitiek eens zijn en van wie sommigen ook heel bewust Israël hebben verlaten. De Britse organisatie Jews for Justice for Palestinians is wereldwijd de grootste, vermoedelijk om in de Britse samenleving een schaamte-bewustzijn is over de Balfour-verklaring die aan de huidige Israëlische staat ten grondslag ligt èn omdat in het Verenigd Koninkrijk geen recente jodenvervolging heeft plaatsgevonden, aldus Jaap Hamburger.

In de Verenigde Staten is vooral de organisatie Jewish Voice for Peace actief. Zij steunen voluit de ruim tien jaar oude oproep van Palestijnse organisaties om tot een Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS) jegens Israël te komen. Ook Een Ander Joods Geluid beschouwt de BDS-oproepen en -campagnes niet als tegen het Israël gericht (als zou de staat Israël als zodanig niet mogen bestaan), laat staan als anti-semitisch (anti-joods, waarover later meer), maar als gericht tegen de Israëlische bezettingspolitiek ten aanzien van de Palestijnen en in die zin kan ook Een Ander Joods Geluid zich hierachter scharen.

Punt is namelijk dat Een Ander Joods Geluid aanvankelijk probeerde om het Israëlisch beleid “binnendoor” te beïnvloeden. Om als joodse organisatie invloed uit te oefenen op de eveneens joodse beleidsmakers in Israël. Van die strategie is men echter al snel terug moeten komen. Het militante zionisme dat in Israël aan de macht is, laat zich namelijk niet bijsturen, zo heeft Een Ander Joods Geluid moeten ervaren. Ook niet door andere joodse organisaties. Daarom richt Een Ander Joods Geluid zich de laatste tijd minder op Israël en de Israëlische regering en meer op Nederland en Nederlandse organisaties die zich sterk maken voor de verbetering van de positie van de Palestijnen. Ze probeert deze Nederlandse Palestina-beweging vanuit een joodse invalshoek van argumenten te voorzien, te bemoedigen en alternatieve zienswijzen te bieden. Vooral door het tegenspreken van de dominante, pro-Israëlische joodse lobby en de “argumenten” waarvan deze zich bedient.

Deze werkwijze blijkt uit een paar voorbeelden van activiteiten van Een Ander Joods Geluid, alleen of met anderen. Samen met Palestina-organisaties in Nederland zet men zich al jaren in voor de rechten van Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen; een campagne die recent plotseling midden in de belangstelling stond vanwege Ahed Tamimi. Daarnaast voert Een Ander Joods Geluid campagne tegen de toenemende inperking van de spreek- en handelingsruimte van Israëlische NGO’s in Israël, dat zich er ondertussen wel op voor laat staan de enige democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten te zijn.

Ook voert Een Ander Joods Geluid met andere, joodse en Israëlische organisaties, de campagne “reject the right to return”: alle joden wereldwijd wordt door de Israëlische regering het recht op “terugkeer” naar Israël geboden hetgeen de Palestijnen die er in 1948 werden verdreven wordt ontzegd. Joden die aan de genoemde campagne meedoen, stellen nadrukkelijk van hun “recht op terugkeer” af te zien zolang dat recht bij de Palestijnen niet wordt erkend. Een campagne die natuurlijk vooral goed aansluit bij de herdenking dit jaar van de Nakba, de verdrijving van Palestijnen uit Palestina als onderdeel van de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog waarvan komende maand de 70ste verjaardag wordt gevierd.

Een qua belang echter de laatste tijd sterk toegenomen aandachtspunt voor Een Ander Joods Geluid is echter de beschuldiging van antisemitisme die te pas en te onpas wordt geuit jegens mensen die (terechte) kritiek hebben op het optreden van de Israëlische regering. De Israëllobby, zo legt Daphne Meijer uit, werkt met het principe dat een verdachtmaking al voldoende is en er niets bewezen hoeft te worden. Met de holocaust als moreel ijkpunt in de West-Europese samenlevingen wil niemand van antisemitisme beschuldigd worden en daar werkt deze morele chantage om integere critici van Israëlisch optreden tegen de Palestijnen de mond te snoeren.

Hen, die integere critici, probeert Een Ander Joods Geluid daarom een hart onder de riem te steken: “nee, u bent geen antisemiet als u kritisch bent over Israël, of meent dat Palestijnse rechten met voeten worden getreden.” Ook neemt Een Ander Joods Geluid publiekelijk stelling tegen individuele aantijgingen èn tegen de ontwikkeling om de beschuldiging van antisemitisme in een bepaalde richting te trekken. Met een aantal voorbeelden maakt Meijer duidelijk dat de ophef van de joodse pro-Israël-organisaties in Nederland en hun bondgenoot niet geldt voor ‘klassieke’ uitingen van antisemitisme zoals je die nog steeds aantreft in rechts-nationalistische hoek: het brengen van de Hitler-groet, een opmerking dat joden het hele wereldgebeuren kunnen regelen met hun geld, e.d.

In plaats daarvan stelt het (inmiddels maar niet daarom afgetreden) SGP-Kamerlid Roelof Bisschop kritische Kamervragen over een nota bene door joodse Israëli’s georganiseerde kritische conferentie op de Universiteit van Amsterdam over de Israëlische wapen- en veiligheidsindustrie en of de minister kans ziet om dergelijke “antisemitische” activiteiten te verbieden. De toenmalige minister liet weten dat niet te kunnen en te willen, maar het punt is duidelijk: met een volstrekt misplaatste beschuldiging van antisemitisme proberen sympathisanten van de Israëlische bezettingspolitiek alle kritiek erop in de kiem te smoren.

Maar niet alleen critici van de Israëlische bezettingspolitiek zijn doelwit van deze antisemitisme-activisten. Het gaat hen ook om moslims en uit het Midden-Oosten afkomstige vluchtelingen in een kwaad daglicht te stellen. En dat terwijl de anti-Israëlische gevoelens van de bevolking in het Midden-Oosten niets met antisemitisme te maken heeft (volgens de betreffende indelingen zijn Arabieren immers ook semieten) maar wel alles met de Israëlische bezetting van Palestina en hun verbondenheid met het onderdrukte Palestijnse volk.

[Dit beeld wordt bevestigd door een ervaring in Enschede waarbij een kennismakingsbezoek werd georganiseerd van bewoners van een asielzoekerscentrum aan onder andere een synagoge en waarbij de uit de Arabische wereld afkomstige asielzoekers geen enkel probleem hadden een keppeltje op het hoofd te doen en met eerbied door de synagoge te lopen. Zij hadden zelfs nog herinneringen aan de joodse gemeenschappen in eigen land. “De joodse religie respecteren we,” zo stelden zij, “maar dat is wat anders dan de staat Israël.” Dat laatste werd vervolgens door de gastheer vanuit de synagoge met klem ontkend.
En ook uit afgelopen maandag (23 april 2018) gepresenteerd onderzoek over de relatie tussen de komst van vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en antisemitisme in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Uit dat onderzoek blijkt dat de houding tegenover joden over het algemeen positief is en dat van toenemend antisemitisme geen sprake is. Antisemitisme is geen vluchtelingenprobleem, zoals door “de joodse gemeenschap” en door politici wordt uitgedragen. In plaats van recent aangekomen vluchtelingen zijn het vooral Marokkaanse jongeren van de tweede generatie, de kinderen van de gastarbeiders uit de jaren 60 en 70, die zich schuldig maken aan antisemitisme. Het onderzoek toont aan dat die incidenten vaak een gevolg zijn van oplevingen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen.
“Het is dus meer een integratieprobleem dan een immigratieprobleem,” zegt onderzoeker Leo Lucassen van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, “Er is structureel een relatie tussen de stokkende integratie en
de frustraties daarover. Het kan dan verleidelijk zijn om dat te uiten in antisemitisme. Jongens die zich in Nederland gediscrimineerd voelen, identificeren zich met arme Palestijnen.” Toch wijzen politici liever naar de vluchtelingen. “Immigratie wordt geproblematiseerd. Wij Europeanen gaan ervan uit dat we verlicht zijn als het gaat om homoseksualiteit, vrouwenrechten en antisemitisme. Die problemen zouden alleen bij migranten uit moslimlanden spelen. Dat stimuleert een klimaat van polarisatie.” Zijn oplossing: “Minder polariseren en discriminatie van deze [Marokkaanse] jongeren serieuzer aanpakken.” Aldus de Twentsche Courant Tubantia van 24 april 2018. Zij het dat het redactioneel commentaar in diezelfde krant één dag later volstrekt tegengesteld was aan deze bevindingen! – JS]

Het verschijnsel dat de beschuldiging van antisemitisme vooral gebruikt wordt is om bepaalde mensen buiten te sluiten en weinig meer met het bestrijden van racisme en discriminatie op grond van religie of etniciteit te maken heeft, komt ook tot uitdrukking in het zogenaamde Joods Akkoord dat vrijwel alle politieke partijen die dit jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam deelnamen hebben ondertekend. Inclusief het Forum voor Democratie met een kandidaatraadslid waarvan Meijer enkele ronduit (en dan echte) antisemitische tweets liet zien.

De partijen die niet ondertekenden waren de migrantenpartijen DENK en de partij van Silvana Simons omdat zij dit Joods Akkoord juist als discriminatoir in hun richting zagen. In plaats van over antisemitisme zou Een Ander Joods Geluid ook liever spreken over “anti-joods racisme”. Dat is wat het is en dan verbind je het ook met andere vormen van racisme en ontneem je het haar status aparte waaraan de dominante joodse organisaties zo gehecht lijken te zijn zoals in hun ogen ook geen enkele (andere) genocide met de holocaust vergeleken mag worden.

Aan het eind van de avond komt Jaap Hamburger nog even te spreken over het grotere onderliggende probleem dat als een veenbrand voortwoekert en op gezette tijden tot een nieuwe uitbarsting komt. Dat probleem is de onwil van Israël om de Palestijnen hun individuele en collectieve rechten te geven. Dat Israël voor zichzelf een veilig tehuis opeist die het de Palestijnen ontzegt. In feite is de vorming van de staat Israël een vorm van setler-kolonialisme; de ergste vorm van kolonialisme die er is zoals die eigenlijk alleen in Noord-Amerika en Australië / Nieuw Zeeland heeft plaatsgevonden. De kolonisten nemen het land in bezit en verdrijven de daar wonende bevolking naar reservaten waar hen elke vorm van economische en politieke zelfstandigheid wordt ontnomen. En hoe noem je nou een dergelijke houding jegens de oorspronkelijke bevolking?

Jan Schaake