Op donderdagavond 19 april 2018 organiseerde de Palestina Werkgroep Enschede in de Openbare Bibliotheek aan de Pijpenstraat een debatavond met Jaap Hamburger, voorzitter, en Daphne Meijer, stafmedewerkster van de stichting “Een Ander Joods Geluid”. Deze stichting is opgericht in 2001 om, zoals de naam al aangeeft, ook eens het geluid te laten horen van “andere joden”, dat wil zeggen: joden die zich niet herkennen in de politiek van de Israëlische regering, met name als het om de Palestijnen gaat, maar van wie de Israëlische regering wel altijd claimt de spreekbuis en pleitbezorger te zijn. De Israëlische regering claimt – ten onrechte – namens alle joden wereldwijd te spreken en hun belangen te behartigen.
Daar wilden, om te beginnen in Nederland, diverse joden een geluid tegen te laten horen. En allengs kwamen meer zulke organisaties. In Nederland bestaat naast Een Ander Joods Geluid ook de organisatie Gate48, bestaande uit in Nederland woonachtige Israëli’s die het niet de Israëlische bezettingspolitiek eens zijn en van wie sommigen ook heel bewust Israël hebben verlaten. De Britse organisatie Jews for Justice for Palestinians is wereldwijd de grootste, vermoedelijk om in de Britse samenleving een schaamte-bewustzijn is over de Balfour-verklaring die aan de huidige Israëlische staat ten grondslag ligt èn omdat in het Verenigd Koninkrijk geen recente jodenvervolging heeft plaatsgevonden, aldus Jaap Hamburger.
In de Verenigde Staten is vooral de organisatie Jewish Voice for Peace actief. Zij steunen voluit de ruim tien jaar oude oproep van Palestijnse organisaties om tot een Boycot, Desinvesteringen en Sancties (BDS) jegens Israël te komen. Ook Een Ander Joods Geluid beschouwt de BDS-oproepen en -campagnes niet als tegen het Israël gericht (als zou de staat Israël als zodanig niet mogen bestaan), laat staan als anti-semitisch (anti-joods, waarover later meer), maar als gericht tegen de Israëlische bezettingspolitiek ten aanzien van de Palestijnen en in die zin kan ook Een Ander Joods Geluid zich hierachter scharen.
Punt is namelijk dat Een Ander Joods Geluid aanvankelijk probeerde om het Israëlisch beleid “binnendoor” te beïnvloeden. Om als joodse organisatie invloed uit te oefenen op de eveneens joodse beleidsmakers in Israël. Van die strategie is men echter al snel terug moeten komen. Het militante zionisme dat in Israël aan de macht is, laat zich namelijk niet bijsturen, zo heeft Een Ander Joods Geluid moeten ervaren. Ook niet door andere joodse organisaties. Daarom richt Een Ander Joods Geluid zich de laatste tijd minder op Israël en de Israëlische regering en meer op Nederland en Nederlandse organisaties die zich sterk maken voor de verbetering van de positie van de Palestijnen. Ze probeert deze Nederlandse Palestina-beweging vanuit een joodse invalshoek van argumenten te voorzien, te bemoedigen en alternatieve zienswijzen te bieden. Vooral door het tegenspreken van de dominante, pro-Israëlische joodse lobby en de “argumenten” waarvan deze zich bedient.
Deze werkwijze blijkt uit een paar voorbeelden van activiteiten van Een Ander Joods Geluid, alleen of met anderen. Samen met Palestina-organisaties in Nederland zet men zich al jaren in voor de rechten van Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen; een campagne die recent plotseling midden in de belangstelling stond vanwege Ahed Tamimi. Daarnaast voert Een Ander Joods Geluid campagne tegen de toenemende inperking van de spreek- en handelingsruimte van Israëlische NGO’s in Israël, dat zich er ondertussen wel op voor laat staan de enige democratische rechtsstaat in het Midden-Oosten te zijn.
Ook voert Een Ander Joods Geluid met andere, joodse en Israëlische organisaties, de campagne “reject the right to return”: alle joden wereldwijd wordt door de Israëlische regering het recht op “terugkeer” naar Israël geboden hetgeen de Palestijnen die er in 1948 werden verdreven wordt ontzegd. Joden die aan de genoemde campagne meedoen, stellen nadrukkelijk van hun “recht op terugkeer” af te zien zolang dat recht bij de Palestijnen niet wordt erkend. Een campagne die natuurlijk vooral goed aansluit bij de herdenking dit jaar van de Nakba, de verdrijving van Palestijnen uit Palestina als onderdeel van de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog waarvan komende maand de 70ste verjaardag wordt gevierd.
Een qua belang echter de laatste tijd sterk toegenomen aandachtspunt voor Een Ander Joods Geluid is echter de beschuldiging van antisemitisme die te pas en te onpas wordt geuit jegens mensen die (terechte) kritiek hebben op het optreden van de Israëlische regering. De Israëllobby, zo legt Daphne Meijer uit, werkt met het principe dat een verdachtmaking al voldoende is en er niets bewezen hoeft te worden. Met de holocaust als moreel ijkpunt in de West-Europese samenlevingen wil niemand van antisemitisme beschuldigd worden en daar werkt deze morele chantage om integere critici van Israëlisch optreden tegen de Palestijnen de mond te snoeren.
Hen, die integere critici, probeert Een Ander Joods Geluid daarom een hart onder de riem te steken: “nee, u bent geen antisemiet als u kritisch bent over Israël, of meent dat Palestijnse rechten met voeten worden getreden.” Ook neemt Een Ander Joods Geluid publiekelijk stelling tegen individuele aantijgingen èn tegen de ontwikkeling om de beschuldiging van antisemitisme in een bepaalde richting te trekken. Met een aantal voorbeelden maakt Meijer duidelijk dat de ophef van de joodse pro-Israël-organisaties in Nederland en hun bondgenoot niet geldt voor ‘klassieke’ uitingen van antisemitisme zoals je die nog steeds aantreft in rechts-nationalistische hoek: het brengen van de Hitler-groet, een opmerking dat joden het hele wereldgebeuren kunnen regelen met hun geld, e.d.
In plaats daarvan stelt het (inmiddels maar niet daarom afgetreden) SGP-Kamerlid Roelof Bisschop kritische Kamervragen over een nota bene door joodse Israëli’s georganiseerde kritische conferentie op de Universiteit van Amsterdam over de Israëlische wapen- en veiligheidsindustrie en of de minister kans ziet om dergelijke “antisemitische” activiteiten te verbieden. De toenmalige minister liet weten dat niet te kunnen en te willen, maar het punt is duidelijk: met een volstrekt misplaatste beschuldiging van antisemitisme proberen sympathisanten van de Israëlische bezettingspolitiek alle kritiek erop in de kiem te smoren.
Maar niet alleen critici van de Israëlische bezettingspolitiek zijn doelwit van deze antisemitisme-activisten. Het gaat hen ook om moslims en uit het Midden-Oosten afkomstige vluchtelingen in een kwaad daglicht te stellen. En dat terwijl de anti-Israëlische gevoelens van de bevolking in het Midden-Oosten niets met antisemitisme te maken heeft (volgens de betreffende indelingen zijn Arabieren immers ook semieten) maar wel alles met de Israëlische bezetting van Palestina en hun verbondenheid met het onderdrukte Palestijnse volk.
[Dit beeld wordt bevestigd door een ervaring in Enschede waarbij een kennismakingsbezoek werd georganiseerd van bewoners van een asielzoekerscentrum aan onder andere een synagoge en waarbij de uit de Arabische wereld afkomstige asielzoekers geen enkel probleem hadden een keppeltje op het hoofd te doen en met eerbied door de synagoge te lopen. Zij hadden zelfs nog herinneringen aan de joodse gemeenschappen in eigen land. “De joodse religie respecteren we,” zo stelden zij, “maar dat is wat anders dan de staat Israël.” Dat laatste werd vervolgens door de gastheer vanuit de synagoge met klem ontkend.
En ook uit afgelopen maandag (23 april 2018) gepresenteerd onderzoek over de relatie tussen de komst van vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika en antisemitisme in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië. Uit dat onderzoek blijkt dat de houding tegenover joden over het algemeen positief is en dat van toenemend antisemitisme geen sprake is. Antisemitisme is geen vluchtelingenprobleem, zoals door “de joodse gemeenschap” en door politici wordt uitgedragen. In plaats van recent aangekomen vluchtelingen zijn het vooral Marokkaanse jongeren van de tweede generatie, de kinderen van de gastarbeiders uit de jaren 60 en 70, die zich schuldig maken aan antisemitisme. Het onderzoek toont aan dat die incidenten vaak een gevolg zijn van oplevingen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen.
“Het is dus meer een integratieprobleem dan een immigratieprobleem,” zegt onderzoeker Leo Lucassen van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, “Er is structureel een relatie tussen de stokkende integratie en
de frustraties daarover. Het kan dan verleidelijk zijn om dat te uiten in antisemitisme. Jongens die zich in Nederland gediscrimineerd voelen, identificeren zich met arme Palestijnen.” Toch wijzen politici liever naar de vluchtelingen. “Immigratie wordt geproblematiseerd. Wij Europeanen gaan ervan uit dat we verlicht zijn als het gaat om homoseksualiteit, vrouwenrechten en antisemitisme. Die problemen zouden alleen bij migranten uit moslimlanden spelen. Dat stimuleert een klimaat van polarisatie.” Zijn oplossing: “Minder polariseren en discriminatie van deze [Marokkaanse] jongeren serieuzer aanpakken.” Aldus de Twentsche Courant Tubantia van 24 april 2018. Zij het dat het redactioneel commentaar in diezelfde krant één dag later volstrekt tegengesteld was aan deze bevindingen! – JS]
Het verschijnsel dat de beschuldiging van antisemitisme vooral gebruikt wordt is om bepaalde mensen buiten te sluiten en weinig meer met het bestrijden van racisme en discriminatie op grond van religie of etniciteit te maken heeft, komt ook tot uitdrukking in het zogenaamde Joods Akkoord dat vrijwel alle politieke partijen die dit jaar aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam deelnamen hebben ondertekend. Inclusief het Forum voor Democratie met een kandidaatraadslid waarvan Meijer enkele ronduit (en dan echte) antisemitische tweets liet zien.
De partijen die niet ondertekenden waren de migrantenpartijen DENK en de partij van Silvana Simons omdat zij dit Joods Akkoord juist als discriminatoir in hun richting zagen. In plaats van over antisemitisme zou Een Ander Joods Geluid ook liever spreken over “anti-joods racisme”. Dat is wat het is en dan verbind je het ook met andere vormen van racisme en ontneem je het haar status aparte waaraan de dominante joodse organisaties zo gehecht lijken te zijn zoals in hun ogen ook geen enkele (andere) genocide met de holocaust vergeleken mag worden.
Aan het eind van de avond komt Jaap Hamburger nog even te spreken over het grotere onderliggende probleem dat als een veenbrand voortwoekert en op gezette tijden tot een nieuwe uitbarsting komt. Dat probleem is de onwil van Israël om de Palestijnen hun individuele en collectieve rechten te geven. Dat Israël voor zichzelf een veilig tehuis opeist die het de Palestijnen ontzegt. In feite is de vorming van de staat Israël een vorm van setler-kolonialisme; de ergste vorm van kolonialisme die er is zoals die eigenlijk alleen in Noord-Amerika en Australië / Nieuw Zeeland heeft plaatsgevonden. De kolonisten nemen het land in bezit en verdrijven de daar wonende bevolking naar reservaten waar hen elke vorm van economische en politieke zelfstandigheid wordt ontnomen. En hoe noem je nou een dergelijke houding jegens de oorspronkelijke bevolking?
Jan Schaake